Naast de adviesraad is er ook een samenwerking met de nascholingsaanbieders die instellingsaccreditatie hebben zoals de Forta Opleidingen.
Het kan zijn dat niet iedereen met een eerder behaald certificaat van een (andere) instelling ook daadwerkelijk als POH-GGZ aan het werk komt.
Er wordt echter door bovenstaande Hogescholen en RINO's naar gestreefd om aan de beschrijving van het functie- en competentieprofiel 2020 te voldoen.
Vooropleiding is echter (nog steeds) een belangrijk criterium.
Conform het geactualiseerde functie- & competentieprofiel 2020 zijn de instroomeisen voor de opleiding POH-GGZ in ieder geval tweeledig:
• Relevante vooropleiding op minimaal HBO-niveau; én
• Relevante werkervaring binnen de (brede) ggz (minimaal 2 jaar).
Tijdens de opleiding heeft de POH-GGZ-in opleiding tevens een werkplek in een huisartsen- voorziening voor tenminste 360 uur per jaar (gemiddeld 8 uur per week).
Bij de beoordeling of iemand met een bepaalde opleiding kan worden toegelaten tot de studie is dus allereerst van belang of iemand een relevante opleiding heeft op HBO niveau. De expertgroep heeft er niet voor gekozen om alle mogelijke opleidingen te benoemen waarmee iemand in principe kan instromen in de opleiding POH-GGZ, maar slechts de meest relevante. Daarnaast moet iemand relevante werkervaring hebben en tijdens de studie een werkplek hebben in een huisartsenvoorziening.
Relevante werkervaring betekent minimaal 2 jaar ervaring in de (brede) ggz. Het aantal uren is tenminste 832 uur (= 2 jaar x 52 weken x 8 uur = 832 uur). Het gaat daarbij om gevarieerde, liefst ambulante ervaring, in de ggz met (individuele) behandel- en/of begeleidings-contacten.
Te denken valt aan:
• ambulant werk in de huisartsenvoorziening of in de generalistische basis ggz of gespecialiseerde ggz;
• maatschappelijk/psychosociaal werk en hulpverlening;
• sociaal psychiatrische verpleegkunde (ambulant in de ggz of in de huisartsenvoorziening).
Als aan deze drie eisen wordt voldaan is er geen reden om iemand niet toe te laten tot de studie. Dit wordt overigens beoordeeld door het opleidingsinstituut. Het lijstje van opleidingen in de notitie en in bijlage 3 van het functie- & competentieprofiel geeft slechts aan wanneer een bepaalde opleiding in ieder geval relevant is.
Uiteindelijk is de werkgever, die een POH-GGZ in dienst neemt, verantwoordelijk voor de kwaliteit van de POH-GGZ en dient deze kwaliteit ook te controleren en te waarborgen.
In de praktijk blijkt dat er zich regionale verschillen voordoen, mede afhankelijk van het beleid van de zorgverzekeraar in die regio. De zorgverzekeraar vergoedt namelijk alleen die POH´s-GGZ die voldoen aan door hen vastgestelde criteria. De LV POH-GGZ streeft i.s.m. het Landelijk Overleg POH-GGZ naar meer eenduidigheid hierin.
De behoefte van de huisarts aan een specifieke GGZ-deskundigheid in zijn praktijk speelt ook een rol in de diversiteit die is ontstaan.
De LV POH-GGZ houdt zich bezig met het formuleren van de criteria en kwaliteitseisen (zie ook tabblad
Kwaliteitsregister). Zij is betrokken bij de ontwikkelingen die hierover plaatsvinden.
De komende tijd zal een aantal zaken meer helder en definitief worden, zoals de verdere implementatie van het functieprofiel 2020 dat o.a. door de LHV en de Hogescholen is geformuleerd en de verplichtstelling van het Kwaliteitsregister voor POH-GGZ.