Veelgestelde vragen

Hieronder vindt u een aantal vaak gestelde vragen. Rond de functie POH-GGZ is op dit moment nog veel in ontwikkeling, niet alles ligt vast. Mochten er onduidelijkheden zijn, dan kunt u zich ook altijd wenden tot een ROS, de Regionale Ondersteuning Structuur, in uw regio en informeren naar de (regionale) stand van zaken.

Zie tabblad Onderzoek voor informatie hierover.

Welke tips heeft u, als ik als POH-GGZ ZZP-er wil worden?

Een aantal tips om as ZZP aan de slag te gaan:

  • Tenminste 3 werkgevers

  • Inschrijven bij Kamer van Koophandel

  • Beroepsaansprakelijkheidsverzekering afsluiten

  • Klachtregeling regelen

  • Bij de opdrachtgever een kopie van een ID of paspoort inleveren

  • Een overeenkomst van opdracht met de opdrachtgever op papier. Helaas is niet duidelijk of dit noodzakelijk is.

  • Nakijken hoe het met de belastingdienst in je regio is geregeld. De belastingdienst gaat verschillend om met ZZP-ers; bij de een wordt wel omzetbelasting berekend (21%) ondanks BIG registratie, bij de ander niet. Het proces hierover loopt nog.

  • Uurtarief kan aan de hand van de module berekend worden. Gebruikelijk lijkt tussen de 45 en 55 euro per uur.

  • Contact met andere ZZP-ers kan helpen om dit contract verder vorm te geven


Aansluiten bij de Linkedin-groep van het Landelijk Netwerk POH-GGZ kan je veel opleveren. Hierop ook veel tips!

De functie POH-GGZ wordt in de praktijk ingevuld door (post-)HBO-ers en academici met verschillende opleidingsachtergronden en met werkervaring in de (G)GZ. In de afgelopen jaren zien we dat de eisen bij instroom in de functie en de eisen ten aanzien van aanvullende scholing steeds verder worden aangescherpt door ziektekostenverzekeraars (onder het kopje 'Functieprofiel' op deze website). Ook worden ze nog jaarlijks bijgesteld.

Het blijft belangrijk dat huisartsen de vrijheid hebben om een relevant geschoolde POH-GGZ aan te stellen die voldoet aan de ondersteuningsvraag in de praktijk en de behoefte van zijn of haar patiëntenpopulatie. Een POH-GGZ in een wijk met veel hoogopgeleiden komt andere hulp- en zorgvragen tegen dan een POH-GGZ in een achterstandswijk.

Voor startende POH’s -GGZ zonder ervaring geldt als minimum -volgens de CAO Huisartsenzorg- schaal 8.
Voor ervaren senior POH’s- GGZ doet de LV POH-GGZ de aanbeveling voor schaal 9 of 10 of vergelijkbaar met schaal 55- 60 CAO GGZ.

Toelichting:

POH-GGZ is een zelfstandige functie op HBO+ of academisch niveau. Daarnaast spelen specifieke expertise en ervaring mee bij de aanstelling. Het gaat erom wat de beste match is.
Dit hangt enerzijds af van de huisartsenpraktijk met zijn wensen, populatie e.d. en anderzijds van de specifieke deskundigheid van de POH-GGZ.
Bij de oorspronkelijke beleidsregel is het midden van schaal 60 van de CAO GGZ uitgangspunt geweest bij het uitwerken van de financiële paragraaf. Als POH’s-GGZ in dienst zijn van een huisarts of huisartsenorganisatie krijgen ze ook wel te maken met de CAO Huisartsenzorg of CAO Gezondheidscentra.
In de Functiewaardering Huisartsenzorg is de functie gewaardeerd in schaal 8 (was voorheen 7).
U kunt op basis van gegevens van het Rekenmodel POH-GGZ in de huisartspraktijk van de LHV (zie www.lhv.nl) uitrekenen wat de huisartsenvoorziening ontvangt voor de functie POH GGZ en wat u redelijkerwijs zou kunnen verdienen.
Inzet is veelal dat de functie POH-GGZ  geen winst oplevert, maar ook geen extra kosten met zich meebrengt voor de huisartsenvoorziening. De toeslag per patiënt dekt circa ¾ en de productie (patiëntenconsulten) circa ¼ van de kosten.

De LV POH-GGZ vindt de huidige indeling voor inschaling in 8 een goed uitgangspunt voor een nu startende POH-GGZ (junior).
Een POH-GGZ met veel werkervaring in de GGZ, aanvullende opleidingen die van meerwaarde zijn voor de behandeling in de praktijk en waarbij de functionaris stagiaires begeleidt of collega’s inwerkt (senior), zal redelijkerwijs beter vallen in de schalen 9 of 10 van de CAO Huisartsenzorg.

CAO Huisartsenzorg 2017-2019


Functiewaardering Huisartsenzorg 2016

De generalistische zorg in de huisartspraktijk kent zijn eigen dynamiek. De relatief nieuwe functie POH-GGZ hierbinnen, dient in goed onderling overleg te worden ontwikkeld. Overleg dat gaat over de inhoud van het werk, de verantwoordelijkheden, randvoorwaarden, dagindeling, netwerkcontacten, etcetera.

Gezien het brede takenpakket en de zwaarte van de caseload van de POH-GGZ heeft een overgrote meerderheid van collega-leden zich (tijdens de ledenvergadering op 14 november 2013) uitgesproken voor in principe 8 consulten op een 8-urige werkdag plus eventueel enkele heel korte contacten.

Een redelijke consultduur zit tussen 30-45 minuten. Voor een eerste contact/intake is dat 45-60 minuten. Deze tijd is inclusief verslaglegging.
De lengte van een consult verschilt echter per patiënt en is natuurlijk sterk afhankelijk van de inhoud van het contact. In het kader van zelfmanagement of begeleide zelfhulp (e-health) kan een kort contact van zo'n 15 minuten zelfs aangewezen zijn.
Enige ruimte in de agenda is noodzakelijk om de POH-GGZ de mogelijkheid te geven zijn werkzaamheden naar behoren te kunnen indelen.

Hoe de dag- en weekindeling eruit ziet hangt niet alleen af van de patiënten die u spreekt, maar ook van de kwaliteitstrajecten waarbij u betrokken bent, zoals inzet op specifieke patiëntenpopulaties of op preventietaken. En bijvoorbeeld van de taken die u namens de huisarts uitvoert in de wijk; contact met FACT-teams, met de wijkverpleegkundige, buurtteam en dergelijke. Kortom, denk niet alleen na over een reële dagindeling, maar ook over de tijd die u gedurende een werkweek nodig hebt voor deze zaken.

Het eerste consult wordt vaak ingepland door de huisarts zelf of door de assistente. Daarna zal de POH-GGZ zelf meestal de vervolgafspraken inplannen. Overleg met de huisarts, het doorspreken van patiënten, gaat in de praktijk vaak ad hoc. Ons advies is om hiervoor maandelijks in elk geval minimaal een half uur in te plannen.

Het is van belang dat de POH-GGZ ruimte heeft om het samenwerkingsnetwerk te verkennen, vakliteratuur bij te houden en nascholing te volgen. .
Aan intervisie besteedt u ongeveer 1,5 uur-2 uur per 6-8 weken. Supervisie gaat in overleg met de werkgever.

Er is nog geen ontwikkeld draaiboek/inwerkschema. Dat zal er in de toekomst wellicht gaan komen.
Bovendien is de functie nog volop in ontwikkeling en is het zeer belangrijk dat u zich aansluit bij een netwerk om ervaringen met collega's uit te wisselen.

POH's-GGZ werken in het HIS (huisartseninformatiesysteem) met de S.O.E.P. regels. De SOEP-systematiek is een hulpmiddel om structuur aan te brengen in een deelcontact. De letters geven aan wat er in de verschillende regels, vaak als vrije tekst, moet worden vastgelegd. Het is niet noodzakelijk om bij elk contact met de patiënt alle SOEP-regels te vullen. Hieronder staat per regel van de SOEP-systematiek wat vastgelegd moet worden.

S is Subjectief: de klacht en hulpvraag van de patiënt en de anamnestische gegevens.
O is Objectief: de resultaten van lichamelijk en aanvullend onderzoek.
E is Evaluatie: de werkhypothese, differentiaaldiagnose of conclusie van de zorgverlener.
P is Plan: het diagnostisch plan of het behandelplan, het beleid op korte termijn en de gegeven voorlichting, inclusief aangereikt schriftelijk informatiemateriaal. Verder staat hier wat met de patiënt is besproken of afgesproken.

M.b.t. verwijzingen en verslaglegging maakt u afspraken met de huisarts.

De POH-GGZ functie is geen beroep in de zin van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

De Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) moet de kwaliteit bevorderen van de zorg die beroepsbeoefenaren leveren. De wet is ook bedoeld om patiënten of cliënten te beschermen tegen ondeskundig of onzorgvuldig handelen van individuele zorgverleners.
Apothekers, artsen, fysiotherapeuten, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundigen zijn verplicht zich te registreren in het BIG-register. Alleen zorgverleners die in het register staan mogen een beschermde titel voeren zoals die in de wet staat genoemd.

De inspectie houdt toezicht op de opleidingsverplichting die medische beroepsbeoefenaren hebben om hun vakkennis op peil te houden. Daarnaast controleert de inspectie de naleving van artikel 40 uit de Wet BIG. Daarin staat onder andere dat een individuele medische beroepsbeoefenaar verantwoorde zorg moet leveren en aan kwaliteitsbewaking moet doen.

Voor de POH-GGZ functie bestaat derhalve geen BIG-register. Hierover zijn veel misverstanden. Dit is een van de redenen waarom er werk gemaakt wordt van een eensluidend competentieprofiel, opleidingseisen en een kwaliteitsregister. Alleen een zorgverlener die in het BIG-register staat mag een beschermde titel voeren.

Acht beroepsgroepen kunnen zich inschrijven. Dat zijn: artsen, apothekers, fysiotherapeuten, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, tandartsen, verloskundigen en verpleegkundigen. Alleen zorgverleners met een beschermde titel mogen beslissen of een handeling met een groot risico voor de patiënt nodig is. Deze handelingen worden 'voorbehouden handelingen' genoemd. Bijvoorbeeld een patiënt onder narcose brengen of geneesmiddelen voorschrijven.

Artsen mogen alle voorbehouden handelingen uitvoeren. Tandartsen en verloskundigen mogen de voorbehouden handelingen uitvoeren die bij hun beroep horen. Ook verpleegkundig specialisten en 'physician assistants' mogen bepaalde taken zelfstandig uitvoeren. Denk aan injecties geven en geneesmiddelen voorschrijven. Hieronder valt echter niet de begeleiding en behandeling door de POH-GGZ ( zie kader hieronder).

Artikel 36 van de BIG-wet bepaalt dat bevoegd zijn tot de volgende handelingen:














































































































Handeling Arts Tandarts Verlosk. Verpleegk
heelkundige handelingen (het verstoren van de samenhang der weefsels, bijvoorbeeld snijden)[1] + @ @
verloskundige handelingen + @
endoscopieën + @
catheterisaties + @
injecties + @ @
puncties + @
narcose + @
gebruikmaking van radioactieve stoffen of toestellen met ioniserende straling @ @
electieve cardioversie +
defibrillatie +
elektroconvulsietherapie +
steenvergruizing +
handelingen t.a.v. menselijke geslachtscellen en embryo's +
het voorschrijven van UR-(uitsluitend op recept) geneesmiddelen + + @ @

+ bevoegd
@ uitsluitend bevoegd voor zover het handelingen betreft die worden gerekend tot het gebied van hun professionele deskundigheid, of onder andere voorwaarden


Op grond van een verpleegkundig diploma vallen de werkzaamheden van de POH-GGZ onder het deskundigheidsgebied van verpleegkundige. Wie met een verpleegkundige achtergrond werkt als POH-GGZ en dat 8 uur per week gedaan heeft de afgelopen 5 jaar, kan zich op basis van de werkervaringseis laten herregistreren. Voldoet u als verpleegkundige niet aan de werkervaringseis, dan kan scholing gevolgd worden.

Zie ook: www.bigregister.nl

Er is voor de functie POH-GGZ op dit moment geen registratiemogelijkheid. Als Vereniging willen we de komende jaren wel een kwaliteitsregister ontwikkelen. In de praktijk wordt de functie POH-GGZ door deskundigen met verschillende beroepsachtergronden uitgeoefend. Het is echter geen beroep. Afhankelijk van het beroep van herkomst is er de mogelijkheid van een registratie, die in dit geval dus niet veel zegt over het werk als POH-GGZ.

Voorbeeld 1> agendaplanning 1

Voorbeeld 2> agendaplanning 2

In het bestuurlijk akkoord Toekomst GGZ 2013-2014 is het volgende afgesproken:

“Vanuit kwaliteitsoverwegingen spreken zorgverzekeraars en zorgaanbieders landelijk in 2012 criteria af waaronder taakherschikking en taakdelegatie plaatsvindt en wat de rol van de hoofdbehandelaar is (mede in het licht van de verlengde-arm-constructie). Het streven moet zijn dat de zorg steeds geboden wordt door de hulpverlener die daartoe het best geëquipeerd is en die de zorg het meest doelmatig kan bieden.”

De verlengde armconstructie is een term uit de (G)GZ. Dit is een term die in het nieuwe stelsel (met hoofdbehandelaar en medebehandelaar) niet meer gebruikt wordt. De POH-GGZ functie kenmerkt zich door de term taakdelegatie: de huisarts delegeert een aantal specifieke taken, die binnen het domein van de huisartsenvoorziening gekomen zijn, aan een POH-GGZ.

In het Bestuurlijk Akkoord van juli 2013 zijn forse veranderingen in de GGZ afgesproken, die hun weerslag hebben op de huisartsenpraktijk. Het is van groot belang dat de huisartsenvoorziening goed voorbereid is op de toestroom van GGZ-hulpvragen zowel qua capaciteit als kwalitatief.